Rhythm is everything

Category: Nederlands

Posts in Dutch.

Lavas

In Leiderdorp, in de achtertuin van Ome Jan en Tante Ria groeide een hele grote bos Lavas. Ik keek mijn ogen uit. Recht voor het schuurtje was het helemaal groen. Zo’n grote bos groen had ik nog nooit gezien. Het rook zo lekker en van de blaadjes kon je snoepen. Er was toch genoeg. Dat is een Maggiplant zei Tante Ria. Het is meer als onkruid zei Ome Jan. Het blijft maar groeien. Gewoon niet te stoppen. Tante Ria stak nog een keer een sigaretje op. “Lekker toch!”, zei ze met een melodieuze stem zoals alleen echte Leienaren kunnen praten. Tante Ria was altijd goed gestemd. Ome Jan ook maar dan op een iets andere manier. Ome Jan had overtuigingen en meningen waar niet aan te tornen viel. Hij bracht zijn opinies en ideeën met groot enthousiasme en luide stem naar voren en hield stand. Ome Jan praatte het liefst met zijn jonge neefjes en nichtjes en vooral met neef Walter.

Uit logeren

Uit logeren is heel wat anders dan op bezoek. Wanneer je gaat logeren dan leer je mensen pas echt kennen. Bij Ome Jan en Tante Ria was het goed vertoeven. Alleen dat roken. De hele kamer stond dan binnen een paar uur helemaal blauw. Zo blauw dat ik er tranen van in mijn ogen kreeg. Verder waren er de katten. Een heleboel katten. Tante Ria hield van katten en Ome Jan hield van zijn kerkkoor en van Ivan Rebroff. Van klassieke muziek, en het Maarschalkerweerd orgel en vooral ook heel veel van elektronica en het bouwen van muziekinstallaties van een allure die ik veel later eens geadverteerd zag als home theater. Maar toen was er al kleurentelevisie voor Jan en alleman. In 1967 had je zwart-wit.

Met de trein naar Leiden

Vader bracht me naar het treinstation. Het station in Breda had toen nog iets bijzonders—iets kenmerkends, iets positiefs. Staand voor een glazen wand met een cirkel van gaatjes bestelde je een kartonnen kaartje. Kijk, zei vader “waarom denk je dat die mevrouw achter glas zit?”. Zonder te wachten op antwoord…”dat is vanwege de hygiëne”. Ik voelde me gelijk vies. “Een enkeltje Leiden Centraal voor mijn zoon”. De mevrouw achter glas keek mij minachtend aan. “Kan hij dat zelf niet zeggen?”, wilde ze weten. Het kaartje kwam er.

Nu lopen we naar het perron zei Vader. De trein kwam al snel. Ik stapte in en liep naar links de 2e klasse in. Daar zat aan de rechterzijde een gekleurde familie mensen die het vreselijk gezellig hadden. Links zat een stugge jongeman met een kort kapsel en een grijze lange jas. De gekleurde mensen wenkten me met een gulle lacht dat ik welkom was. De jongeman— rechtenstudent bleek later—keek stuurs voor zich uit. Ik wilde bij de gezelligheid gaan zitten.

Vader tikte met zijn trouwring op de ruit. Hier komen zitten, tegenover de student. Dat deed ik dan maar want Vader was de baas. Bij elk station vroeg ik de student of we al in Leiden waren. Dat irriteerde kennelijk want na drie stations gaf hij me korzelig te verstaan dat ik zelf maar op de borden moest letten. Zo ging het over een grote rivier richting een grote stad. Langs het spoor zag ik krotwoningen. Er woonden mensen, bleek. Dat had ik nog nooit gezien. Armoede kende ik alleen nog maar uit verhalen. Ik keek vaak naar rechts, naar die gezellige mensen. Niet luisteren naar Vader, die altijd alles wist, had vervelende gevolgen wist ik, en dus dorst ik niet te verhuizen.

Op station Leiden Centraal stond Opa op mij te wachten. “Heb je een goede reis gehad?”, vroeg hij. Ik knikte maar eens. Opa was best gezellig.

De maanlanding

De Amerikanen zouden landen op de maan. Nee echt! … op de maan!
Amerikanen waren in die dagen — eind jaren zestig — de helden van Nederland en de rest van de volwassen wereld. Voor het zogenaamde opgeschoten langharig werkloos tuig, zoals volwassenen ze noemden, waren het de grootste schoften in de wereld. Maar ja … zij hadden de oorlog niet meegemaakt. De Amerikanen waren onze bevrijders en ze waren zonder meer beter dan de Russen. Dat gingen we nu weer meemaken.

Ome Jan had zijn camera zorgvuldig op een statief voor de zwart-wit TV opgesteld. Met beleid uitgelijnd en klaar voor de eerste foto met de draadontspanner, ging het nu gebeuren. Het wachten was alleen nog op Chriet Titulaer die het allemaal zou uitleggen.

Chriet lag goed bij Ome Jan. Het was een van zijn helden. Ik ging erbij zitten. De spanning bij Ome Jan liep ten hemel en tante Ria stak nog eens een sigaretje op. Eerst moesten we nog even luisteren naar hoe de wereld in elkaar zat volgens G.B.J. Hilterman. Ik mocht die man niet. Alleen die naam al. Daar zat een andere naam in. De naam van het ultieme kwaad.
Ik zei niks. Ik dacht alleen maar.

Chriet vond ik dan wel weer een goeie. Dat mooie accent van hem en … hij wist overduidelijk waar hij het over had. Ik kreeg een bekertje limonade. Toen begon het aftellen. Ome Jan telde luidkeels mee. Voor de eerste keer leerde ik zo wat Engels. Thuis was het alleen maar nonnen-Frans. Moeders had op internaat gezeten en kon daarom in het Frans bidden. Ze kon ook de weg vragen in het Frans. Zo bleek een aantal jaren later nadat ze Vader eindelijk na vele nachtelijke bedgesprekken zover had gekregen om met de caravan en vijf kinderen België en Frankrijk te gaan verkennen.

Terug naar de Apollo missie en de landing op de maan.

Ome Jan drukte de ene na de andere foto af. Ze hadden allemaal horizontale lijntjes.
Die foto’s zagen er ongeveer zo uit.

Te laat geboren

Later…veel later begonnen mensen te beweren dat die hele maanlanding in een studio op aarde in scène was gezet. Want kijk maar de vlag lijkt in de wind te wapperen. Maar de maan heeft helemaal geen lucht en dus ook geen wind.

Vanaf medio jaren 70 begon er in Nederland een andere mentaliteit te waaien die in de jaren tachtig in algehele negativiteit ontaardde. Het waren de jaren waarin ik het liefst in alle eenzaamheid op mijn slaapkamer luisterde naar Vlaamse radiozenders. Ik was te laat geboren, was al snel mijn conclusie.

Terug naar geen thuis

Van de terugreis vanuit Leiden kan ik me niet veel meer herinneren.
Vader kwam me ophalen met de auto.

Code Oranje

Eind juni 2025

Coffee at the The Riva Vientiane Hotel

Het lijkt wel kwamkwammertijd op de sociale media. Zou het aan de hoge temperaturen liggen? Ik herinner me hele hete zomers…
Qua temperatuur dan.
Niks geen code oranje in 1975.

Op een zolderkamer zaten Hans en ik wat in elkaar te solderen.
Een cascade om aan hele hoge voltages te komen.
Je bouwt die op met diodes en elco’s.
Het zweet gutste van onze lijven.
Daar waren we beiden op berekend.
Niet zo flauw over hitte of kou.

En toen opeens, na aansluiten…boem.
De elco’s waren er—bleek—niet op berekend.
De hele zolderkamer vol met rook.
Elco’s kennen een maximaal voltage.
Dat wisten we dan ook weer. 🙃

Ik kook maar wat

Vanavond prei op het menu.
Enkele maanden geleden ingevroren.

Met een beetje kruidnagel en nootmuskaat best te happen.
Kaas heb ik niet en dat is dan weer een beetje jammer.

Honger stelt prioriteiten.
Het was op voordat ik de camera kon vatten.

Rust in de tent

Vanavond geen Lao bier. Goedkoop, lekker en rein bier. Heel anders dan het bier in Thailand. Vanavond ook geen koffie,
De laatste vandaag was bij Lao Kham. Een klein kopje Mocha.

Koffie houdt je wakker en alert. En uit je slaap!

Ik doe ook aan naaldwerk. Doorgesleten boorden van overhemden verwijder ik en maak daarmee een Chinese/Japanse kraag. Gevuld met een deel van de versleten boord of zoals mijn eerste met een stukje Laotiaanse mannensarong. Ik knip er gewoon een stukje af. Lang zijn ze meer dan genoeg. Heel anders dan de — zelfs jonge- — mannen hier heb ik … géén bierbuikje.

Ook dat naaldwerk is heerlijk rustgevend.

Vanavond Infusion Tilleul Menthe. Daar slaap ik heerlijk op.

Morgen ben ik jarig. Ik heb mezelf al drie nieuwe badhanddoeken cadeau gedaan à 45k LAK per stuk. Dat is nog geen 2 USD per stuk.

Oude voorraad van een promotieactie voor een of ander luxeproduct. Het luxeproduct is er niet meer maar de handdoeken waren er nog steeds van voor de covid. Nog eentje ligt er op de plank in de winkel op de hoek van de oprijlaan naar het appartementencomplex waar ik nu leef en werk. Zal ik ‘m kopen?

De werkdag

s’Morgens sta ik meestal wat later op. Een bak flink sterke koffie markeert vervolgens het begin van de werkdag.

Veel informatie willen en soms ook moeten verwerken, maakt dat ik ook veel slaap nodig heb. Tien uur is vrij normaal. Alleen al daardoor ben ik anders dan mijn leeftijdsgenoten die ‘s nachts juist veel minder slapen en overdag geregeld indutten. Zodra ik op gang ben gekomen ben ik ook nauwelijks meer te stoppen. ‘s Morgens nog in bed en ‘s avonds nog niet volledig in slaap bereid ik mijn lessen voor. Gewoon in mijn hoofd want dat werkt het prettigst.

Ik heb een collega die in hetzelfde jaar geboren is als ik. Een collega die jaloers is. Ook hij is anders. Hij heeft een hekel aan de leerlingen en bereidt zijn lessen niet voor. Al jaren draait hij dezelfde lessen en doet daarbij heel gewichtig.
Dat werkt vaak in zijn voordeel.

Behalve dan bij de meer bijzonder dan andere leerlingen. Die stellen hem vervelende vragen. Vragen waar hij geen echt goed antwoord op kan geven.
Daarom heb ik die leerlingen toegewezen gekregen.

www.taal.cafe is er mede voor de leerlingen. Omdat de twee jongsten — 7 en 11 jaar oud — niet alles mogen lezen, heb ik op een aantal artikelen een wachtwoord gezet.

Op de markt

Zondag ging ik zoals gebruikelijk vroeg in de morgen naar de plaatselijke markt. Gewoon langs de straat. Ik kocht er aardappelen, wortels en uien. Wat ik daarmee ging doen, wilden de jongedames van de beste straatgroentewinkel weten.

The Best Greengrocers

Hij eet ontzettend goed merkte de oudste op. Haar jongere zus knikte instemmend. Ik pakte mijn telefoon en zocht wat plaatjes op van hutspot en andijviestamppot.

“kijk”, zei ik. “Dat is wat ik kook.” Dat is Nederlands eten.” 

The sisters

Ze waren blij.
Weer een nieuwtje over die rare buitenlanders om rond te vertellen en te bespreken.

Els weet er alles van

Mannen zijn slecht

Henk de Onderzoeksjournalist

Sommige bekenden van me roepen dat ik niet kan schrijven.
Let maar eens op dan.

Een standaard maar toch niet heel erg standaard interview geheel volgens de regels der kunst.


Onze kersverse nieuwe medewerker

Els

Trainee interieurverzorger

“Ik ben trots op mijn nieuwe baan”, is het eerste dat Els zegt.

We stonden samen in de lift op weg naar de kelder.

“Eindelijk heb ik als vrouw de positie gekregen waar ik recht op heb en waar ik tot mijn recht kom”, zegt Els. “Mijn baas beloofde me vanmorgen dat ik na mijn inwerkperiode bij haar in het Penthouse het glazen plafond schoon mag maken”. Ze glundert. “Bofkont” zeggen we in koor.

“Wat vind je nu zo leuk aan ons bedrijf”, is onze eerste vraag.

Els moet even denken. “Nou … dat onze allerhoogste baas een vrouw is natuurlijk”, vult ze snel in. We hadden geen ander antwoord verwacht, eerlijk gezegd. “Heb je een goede relatie met je collega’s”, willen we weten. “Ja mijn collegaatjes zijn super, maar … ” gaat ze verder. “Die oude concierge, die vind ik toch een beetje akelig.” “Een rare man vind ik dat”. Ze kijkt snel om zich heen. Nee, hij is er niet. Opgelucht haalt ze adem. “Mijn collegaatjes zeggen dat hij heel lang in Bangkok heeft gewoond”, vertrouwt ze ons toe. “Bangkok, weten jullie!”

“Bangkok! Daar gaan toch alleen maar mannen naar toe om daar met zoveel mogelijk vrouwen in bed te gaan liggen.” Het is voor haar geen vraag en wij hebben daar niet echt een mening over. Doorvragen nu!. Niet aarzelen. Doorvragen! Zo hebben we dat op de vakschool voor journalisten geleerd. Duik in die opening. Laat de geïnterviewde helemaal leeg lopen op een sappig onderwerp. Je wilt toch wat te schrijven hebben, toch?

Els loopt leeg. We hoeven nauwelijks enige moeite te doen om haar aan te moedigen. De concierge, haar neef, haar exen, de buurman, de garagist, de sociëteitbeheerder, de kastelein en die en die en die.

Ze dist het ene verhaal na het andere van horen zeggen op. “Allemaal vieze mannen” besluit ze. “Het zal beter zijn als we helemaal geen mannen meer nodig hebben”. Daar laten we het bij. In de lift terug naar boven geven we elkaar een Hi5. Het is weer gelukt. Een mooi verhaal om onze carrière stapsgewijs te laten beëindigen door de hoogste baas. Ons ticket naar Bangkok ligt al klaar.

© 2025 TaalCafé

Theme by Anders NorénUp ↑